- <em>AC</em> Milan -... AC Milan - Wikipedia
- <em>AC</em> Restaurants AC Restaurants
- <em>AC</em>/DC - Wikipedia AC/DC - Wikipedia
- AD Serie A - <em>AC</em>... AD Serie A - AC Milan verliest weer (479073)
ac acura aixam alfa romeo ascari asia motors aston martin audi bellier bentley bmw bugatti buick burton cadillac carver caterham chatenet chevrolet chrysler citroen corvette dacia daihatsu daimler de tomaso delorean dodge donkervoort ferrari fiat fisker ford fso gmc heynsdyk holden honda hummer hyundai infiniti isuzu jaguar jeep kia koenigsegg lada lamborghini lancia landrover lexus lincoln lotus marcos maserati maybach mazda mercedes mercury mg mini mitsubishi morgan nissan oldsmobile opel peugeot pontiac porsche renault rolls-royce rover saab saturn seat skoda smart spyker ssangyoung subaru suzuki tata toyota volkswagen volvo
De geschiedenis van de auto Inhoud 1.Waarom dit onderwerp. 2.Het wiel. 3.Het ontstaan van de auto’s. 4.De motoren van vroeger en nu. 5.De ontwikkeling. 6.Verschil tussen de auto’s van toen en nu. 7.Race auto’s van vroeger. 8.Commerciële voertuigen. 9.De auto’s in de toekomst. 10.Bronvermelding. 11.Nawoord. 1. Waarom dit onderwerp. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het eigenlijk over auto’s wilde houden. Maar toen zei juf het moet over biologie gaan aardrijkskunde of geschiedenis. Toen dacht ik auto’s heeft er eigenlijk niks mee te maken.Maar toen dacht ik opeens de geschiedenis van auto’s zou wel wat zijn. Ik vind auto’s ook heel erg mooi en ik ben een auto fan. 2. Het wiel. Het wiel is een hele belangrijke uitvinding daardoor werden er fietsen gemaakt Niet zulke maar zulke En toen werd de koets uitgevonden met paarden. En toen werd de auto uitgevonden. Deze wielen zijn van paard en wagen. Je kan je wel voorstellen dat die wielen heel snel kappot gingen gaan. Maar nu hebben we andere wielen Zoals deze: dit is van rubber dat geeft minder trilling want als het wiel niet hard word opgepompt heb je meer veerring Oude wielen gaan veel sneller lek dan nieuwe wielen want nieuwe wielen hebben allemaal laagjes dat zie je bij het plaatje. Oude wielen hebben gewoon een of twee laagjes.Dan gaat het wiel ook veel sneller kappot of lek. 3. Het ontstaan van de auto’s. Het ontstaan van de auto’s begint bij het wiel dat heb je gezien in het vorige hoofdstuk. Toen dat uitgevonden werd, werden er koetsen met paarden gemaakt toen kwam de fiets als je goed naar de fiets kijkt zie je dat hij een beetje op een auto lijkt dus zo werd langzaam de auto uitgevonden. Dit is de stoommachine daarmee werden auto’s heel vroeger aangedreven maar nu natuurlijk niet meer.Ik zal uitleggen hoe deze werkt. De damp van het water gaat door de pijp. Dan gaat de hete lucht een klein pijpje in. Dan wordt het in die leiding heet en dan gaat de druk omhoog waardoor de zuiger verschuift in de cilinder. Doordat de zuiger verschuift drijft de aandrijf-as het wiel aan. De eerste stoommachine werd in de 18de eeuw uitgevonden. Heel veel uitvinders hebben er aan gewerkt maar de beste uitvinder was James Watt.Toen werd de benzine motor uitgevonden.De uitvinder van de benzine motor is Siegfried Markus.in mijn volgende hoofdstuk zie je meer over motors maar de benzine motor was een groot succes want dat kon veel harder ook weer niet veel harder maar het kon wel veelharder en het was heel veel kleiner dan zo’n stoommotor in je auto en het was minder vervelend want bij een stoom motor moet je de hele tijd het vuur in de gaten houden en bij een benzine motor moet je alleen het benzine peil in de gaten houden. Zo werden ook de brommers uitgevonden of in die tijd noemden ze dat de motorfiets die was eigenlijk al uitgevonden ook met benzine motor. 4. De motoren van vroeger en nu. Het is een heel erg verschil van de motoren van nu en vroeger. Want vroeger waren ze minder krachtig veel groter en nu zijn ze veel krachtiger en kleiner. Als je vroeger met een oude auto ging terrein rijden, dus door de plassen en over heuveltjes, dan liep je vast omdat je geen sterke motor had. Maar nu zijn de motors veel krachtiger en beter tegen regen en veel sterker dus ze zijn ook heel stevig.Maar sommige oude auto’s zijn oud en kunnen best nog wel terrein rijden kijk maar naar dit plaatje. Nu ga ik uitleggen hoe een benzine motor werkt want je hebt ook nog diesel maar de eerste auto’s werkten op benzine. Maar ik leg heel even uit waar diesel goed voor is. Diesel motors zijn veel sterker omdat de verbranding werkt anders dus de motor werkt gewoon heel anders. Vrachtwagen hebben diesel omdat zij veel zware vracht moeten vervoeren dat kan je ook met benzine motors maar dat schiet niet echt op. 1.door het paarse buisje komt benzine. De benzine word omploft en dan gaat het groene blokje naar beneden en daardoor komt er beweging in. Door het blauwe komt lucht als die lucht er niet was zou de cilinder ontploffen. 2.Zo gaat het steeds verder en de explosie gaat verder. 3.Door de explosie komt er ook rook, dat zijn de uitlaat gassen.Dat zie je ook op het plaatje hiernaast.De uitlaatgassen gaan door het buisje naar de uitlaat. 4.De uitlaat gassen blijven er uit gaan. En zo gaat het steeds opnieuw en het gaat veel sneller. 5. De ontwikkeling. De ontwikkeling is eigenlijk heel snel gegaan. Eerst reden de auto’s nog op stoom zoals deze. Dit is gewoon een koets met een motor er in.Deze werd in 1880 uitgevonden. Het was een grote uitvinding want het vervoer werd makkelijker. Je kon overal sneller zijn. De uitvinders zijn Karl Benz en Gottlieb Daimler. De eerste auto op benzine was een Benz (veel mensen denken de T-fort maar dat is dus niet zo) hij reed 13 kilometer per uur . Dat is zelf nog langzamer dan als je fietst! En de Benz heeft geen eens een dak. Dit is een Benz rechts op de bladzijde. Daarna kwam de T-fort Die heeft wel een Open dak maar die is Nu ingeklapt. De T-fort heeft ook Voor het eerste rubber wielen en een raam en lichten. Dus veel meer extraatjes dan de Benz. Maar zo luxe is de T-fort nou ook weer niet. Hij heeft bijvoorbeeld geen radio. Wel logisch maar dat kwam later pas. De T-fort was zo goedkoop want je kan hem alleen maar in het zwart krijgen en de maker van de T-fort zei: je kan de T-fort in alle kleuren krijgen als het maar zwart was.je zal wel denken dat zwarte verf net zo duur was als rode maar zwarte verf droogt sneller zo konden er meer auto’s tegelijk maken. De T-fort was zo goed koop dat bijna iedereen er een kocht. Als de T-fort heel duur was hadden nu minder mensen een auto gehad. Na de Tweedewereldoorlog kwamen er al heel snel veel meer auto’s. Veel mensen gingen meer buiten de stad wonen vanwege het drukke verkeer . Die mensen hadden dus een auto nodig om naar het centrum te gaan. Zo zijn de auto’s steeds mooier en beter geworden omdat we ze meer gebruiken. Ze worden gebruikt om op vakantie te gaan en om te toeren. Dat is met oude of mooie auto te gaan rijden en om naar werk te gaan en nog veel meer. je kan je eigenlijk niet voorstellen dat deze auto: is ontwikkeld in deze auto: het lijkt raar maar deze auto komt uit de benz die rechts boven. 6. Verschil tussen de auto’s van nu en toen. Vroeger Nu Snelheid 50 km/u snelheid 280km/u Vierkante model ronder Aandrijving met kettingen aandrijving met assen Grote motors en niet zo krachtig kleine motoren en krachtiger Dunne wieltjes zonder lucht grote wielen met lucht er in Gladde banden dus minder grip dikke banden met meer grip Slechte veerring goede veerring Niet echt flitsende kleuren meer flitsen kleuren Bijna alle auto’s hadden open dak meer auto’s dicht Geen plek voor bagage veel ruimte voor bagage Kaarsen in plaats van lampen gewone lichten Schakelen met de hand schakelen kan ook automatisch Altijd wel mooie auto’s zoals deze nu veel lelijke auto’s zoals deze: 7. Race auto’s van vroeger. er zijn heel veel race auto’s maar de bekendste van onze tijd is de formule1: Maar vroeger zag hij er zo uit: Deze soort auto’s gingen rond de 180 km/h dat was heel veel. De deze race auto was van Adam Opel uit Duitsland.Toen was die auto nog gewoon voor de lol niet voor wedstrijden. De kleuren van de auto maken heel veel uit de auto Deze kleuren waren van Engeland zo zijn er veel verschillende kleuren. De eerste race was in 1894 deze race werd gereden door Parijs en Rouen er deden 102 deelnemers maar er bleven er niet veel over omdat de auto’s het niet altijd even goed deden. Nu over de formule1.De formule1 is heel anders. De ouwe race auto’s gingen rond de 180 km/u als maximum snelheid en de formule een gaan soms wel met 350 km/u. En nu maakt het niet uit welke kleuren je hebt. Maar op de auto’s van nu zie je heel veel merken en die moeten er wel opstaan als de coureur word gesponsord. de auto’s van nu zijn veel makkelijker te besturen want ze moeten wel schakelen maar dan druk je gewoon een knopje in en zo is dat bij heel veel dingen zo. De auto’s van zijn ook veel minder gevaarlijk.En met racen krijgen de auto’s een pitstop dat is dat de benzine word bij gevuld en de banden verwisseld. Dat was vroeger niet altijd bij sommige racen wel maar bij de meeste niet. De race-auto Ik heb een race-auto gebouwd van oude planken, stukken ijzer, een fietsketting, een olieblik, ’t omhulsel van een oude geiser, vier wielen van een kinderwagen die stond te roesten in de schuur, één heel groot tandrad en twee kleintjes, ’t wiel van een kruiwagen als stuur. En als ik rij, roept iedereen: Hé, let eens op je snelheidsmeter ! Jij vliegt gewoon over de straat ! Jij bent een kilometervreter ! - Alleen, die schoongewassen Johnny die in zo’n plaatjesauto rijdt, zo’n bijna echte die heel duur is, zegt niks maar blaast zich op van nijd. Want niemand haalt mijn race-kar in, al heeft hij ook de duurste wagen. Ik ben de schrik van het trottoir. Dat moet je aan de buurt maar vragen ! Maar moeder zegt: mijn beste jongen, die auto is het ergste niet, maar ga nu niet een vliegtuig bouwen, want dan doe je me echt verdriet. De schrijver van dit gedicht is niet bekend. 8. Commerciële voertuigen. Vroeger had je natuurlijk ook commerciële auto’s dus taxi’s bussen school bussen.Die zien er nu heel anders uit dan vroeger. In de jaren 30 werd het heel anders want alle voertuigen werden getrokken door paarden dus zelfs de brandweer werd getrokken door paarden en voor vracht wagens werden stoommachines gebruikt. En nu worden al die groten wagens door diesel motors aangedreven dat was echt een succes want de brandweer was veel sneller bij de brand en vrachtwagens veel sneller bij de fabriek of winkel. Zo zag vroeger een bus er uit: en nu zo: Een heel erg groot verschil was de ruimte.In de oude bussen kunnen ongeveer 50 mensen en in de nieuwe 100 ongeveer. En het was veel duurder nu kost 1 persoon ongeveer €1,50 En voor vroeger was het eigenlijk niet bekend maar het was niet heel goedkoop.Daarom kwam de taxi die was wel wat goedkoper. Zo zag de taxi er uit: op het dak van de taxi staat een bordje met:taxi dat lichtje wat in dat bordje zit Gaat branden als er een passagier in zit. 9. De auto’s in de toekomst. De auto’s zijn al heel veel automatisch zoals schakelen piepen als je bijna tegen iets aan botst en als het heel koud is in de auto gaat de airco aan en het navigatiesysteem geeft aan hoe je moet rijen nou eigenlijk heel veel. Maar nu proberen we het milieu te beschermen want de uitlaat gassen zijn heel slecht voor het milieu. nu hebben we al een auto op stroom zoals deze: deze moet je opladen in een stopcontact. Maar deze werkt op de zon: In de toekomst kan het zijn dat de auto op bananen schillen werken want dat stond een keer op het internet.Geloof jij dat??? Er is zelfs een auto die op water werkt.Het vervuilt het milieu niet maar er is een probleem maar er is niet genoeg plek in een auto voor al dat water. Er komen ook misschien auto’s die zichzelf parkeren als je dat zegt. Zo kan je heel veel dingen op noemen. Dit is ook een elektrische auto. INHOUDSOPGAVE. Hoofdstukindeling blz. 1. Inleiding 2 2. Keuze van stad of dorp 3 3. Algemene informatie over Berlijn 4 4. Bezienswaardigheden in Berlijn 6 5. Beschrijving 2 dagen in Berlijn 12 6. Waar ligt Berlijn? 14 7. In welke Bundesland ligt Berlijn? 15 8. Reis van Ermelo naar Berlijn 16 9. Hotelreservering 17 10. Uit eten in Berlijn 19 11. Afsluiting 24 12. Informatiebronnen / Opdracht 25 1. INLEIDING. Ik moest dit jaar een Grote Praktische Opdracht maken. In een boekje stonden een aantal vakken waaruit gekozen moest worden. Bij iedere vak hoorde een grote opdracht. Die opdracht moet worden uitgewerkt in een werkstuk. Ik heb de opdracht ook in mijn werkstuk opgenomen. Die staat in hoofdstuk 12. Ik heb dat boekje doorgelezen en de opdracht van Duits sprak mij wel aan. Ik heb de opdracht van Duits gekozen omdat: - Ik drie jaar geleden naar Duitsland op vakantie ben geweest, en dat vond ik toen erg leuk en ik wilde er wel meer over weten. - Ik wilde een vak kiezen waarin ik ook examen zou doen. - Ik vond het leuk dat een deel van het werkstuk in het Duits gemaakt moest worden. Dat is een extra uitdaging. Ik moest voor de opdracht een stad of dorp kiezen uit Duitsland. In het volgende hoofdstuk maak ik die bekend en geef ik aan waarom ik daar voor gekozen heb. Mijn werkstuk wordt afgesloten met een afsluiting. Daarin geef ik weer wat ik er van vond. 2. KEUZE VAN STAD OF DORP. Ik moest dus een stad of een dorp kiezen uit Duitsland. Eerst dacht ik de plaats te keizen waar ik op vakantie ben geweest, namelijk de stad Cochem. Ik kon dan ook mijn ervaringen meenemen. Maar ik vond het toch leuker om een grotere stad te kiezen. Daarom heb ik de hoofdstad van Duitsland gekozen: Berlijn ofwel in het Duits Berlin. In dit werkstuk richt ik mij dus op “Eine reise nach Berlin”. Omdat ik er dit jaar met school ben geweest, vond ik het de moeite waard om nog wat meer van Berlijn te weten te komen. Ook ben ik toen niet overal geweest in Berlijn. De tijd was te beperkt. Dus zou ik daar ook wel wat meer van willen weten. Berlijn is de hoofdstad van Duitsland en is (zoals bijna iedereen weet) vroeger in tweeën gedeeld: door de Berlijnse muur. Maar er zijn meerdere redenen waarom ik het over Berlijn doe, er is namelijk veel te zien in Berlijn, er zijn veel monumenten en door dat Berlijn was onder verdeeld in Oost en West zijn er aan de oostelijke zijde veel dingen bewaard gebleven. Ook leek het me heel interessant om nog meer te weten te komen over deze bruisende hoofdstad. 3. ALGEMENE INFORMATIE OVER BERLIJN. Berlijn is de hoofdstad van Duitsland. Het is de grootste stad van het land, met een inwoneraantal van 3,4 miljoen mensen. De stad ligt aan de rivier de Spree en wordt omsloten door de deelstaat Brandenburg, waar het sinds 1920 echter geen deel van meer van uitmaakt. Berlijn is een aparte deelstaat geworden. Berlijn is, evenals Hamburg en Bremen, een deelstaat (Bundesland) op zichzelf. De regering wordt gevormd door de Senaat, die uit de Regierender Bürgermeister en maximaal acht senatoren bestaat. De zetel van de Regierender Bürgermeister is het Rotes Rathaus op de Alexanderplatz. Ieder stadsdeel heeft een eigen burgemeester (Bürgermeister). De burgemeesters van de stadsdelen vormen samen de Rat der Bürgermeister, waarvan de Regierender Bürgermeister voorzitter is. Deze raad adviseert de Senaat. Bij de gebiedshervorming van 1 januari 2001 werd het aantal stadsdelen (Verwaltungsbezirke) van 23 naar 12 teruggebracht. Het gebied rond Berlijn wordt al sinds de oudheid bewoond. Rond 1200 waren er twee stadjes aan de rivier, Cölln en Berlijn. Het is niet bekend wanneer ze precies stadsrechten kregen. De eerste keer dat ze genoemd worden is 1251 voor Berlijn en 1261 voor Cölln. In 1307 besloten de twee gemeenschappen samen te gaan en in 1400 hadden de plaatsen in totaal ongeveer 8.000 inwoners. In 1866 werd na oorlogen met Denemarken en Oostenrijk de Noord-Duitse Bond gesticht, een bond van 22 staten en vrijsteden. In 1870 begon Pruisen een oorlog met Frankrijk en lijfde Elzas-Lotharingen in. Op 18 januari 1871 riep Otto von Bismarck het Duitse Rijk uit met Berlijn als hoofdstad. De snelle economische groei, die gepaard ging met Duitsland's industrialisatie, zorgde ervoor dat de stedelijke bevolking snel groeide aan het einde van de negentiende eeuw. Na het einde van de eerste wereldoorlog werd in 1918 in Berlijn de republiek uitgeroepen. Berlijn telde toen maar liefst 4 miljoen inwoners. Na het grijpen van de macht door de Nationaal-socialisten in 1933 werd Berlijn de hoofdstad van het Derde Rijk. De Nazi's gebruikten in 1936 de Olympische Zomerspelen in Berlijn voor propagandadoeleinden. Vervolgens brak de Tweede Wereldoorlog uit. Berlijn was het Duitse centrum in deze oorlog. Toen de Tweede Wereldoorlog op zijn eind kwam ( Duitsland verloor van de Geallieerden) trokken Hitler en zijn mannen zich terug in bunkers in Berlijn. Na afloop van de oorlog bleek dat Berlijn zwaar verwoest uit de strijd was gekomen. Rusland en de overige Geallieerden ruzieden over Berlijn. Hierdoor werd de stad opgedeeld in tweeën. Een deel hoorde bij West-Duitsland en een deel bij Oost-Duitsland. Berlijn werd het brandpunt van de Koude Oorlog. Om de vluchtelingenstroom tegen te houden besloten de Oost-Berlijnse autoriteiten in 1961 om West-Berlijn te omgeven met een muur, die in de nacht van 13 augustus gebouwd werd. Iedereen die probeerde vanuit Oost-Berlijn naar West-Berlijn te vluchten, werd neergeschoten. Door de politieke veranderingen in 1989, werd op 9 november 1989 de grens tussen Oost- en West-Berlijn geopend. Het ijzeren gordijn werd afgebroken. Op 3 oktober 1990 werd Duitsland officieel herenigd en Berlijn werd weer de hoofdstad van Duitsland. In 1991 werd de beslissing genomen de regering van Duitsland naar Berlijn te verhuizen, wat in 1999 daadwerkelijk gebeurde. Er is nadien hard gewerkt om van Berlijn weer een grote stad te maken. Er wordt veel gebouwd en hersteld. Berlijn is weer een grote mooie stad geworden met veel bezienswaardigheden, mooie gebouwen, goede winkelmogelijkheden en een zeer goed uitgaansleven. In Berlijn zijn 2 soorten metro’s, te weten de S-bahn en de U-bahn. De S-bahn is de sneltram. Deze is bijzonder handig in oost-Berlijn en je komt er mee in de buitenwijken van Berlijn. De U-bahn werd voor het eerst geopend in 1902. Het netwerk bestaat uit 9 lijnen en 163 stations. De U-bahn rijdt voornamelijk ondergronds. 4. BEZIENSWAARDIGHEDEN IN BERLIJN. In een reisgids vond ik de titel: Berlijn is weer ontwaakt. En dat is ook zo. Er is zoveel te doen. Berlijn heeft een bewogen geschiedenis achter zich. De Brandenburger Tor en het nieuwe Holocaust monument zijn de symbolen voor de geschiedenis van Berlijn. Tegenwoordig heeft Berlijn 3 operagebouwen, 2 concertzalen en 35 theaters en er zijn meer dan 7.000 cafés en restaurants. Daarnaast zijn er in Berlijn veel bezienswaardigheden en attracties. Bijvoorbeeld: Fernsehturm, Brandenburger Tor, Reichstag, Potsdamer Platz, Checkpoint Charlie, Holocaust monument, Tiergarten, Egyptisch museum, Museum fur Deutsche Volkskunde en de kurfürsterdamm. Voor winkelen kun je terecht in het KaDeWe-warenhuis, Kurfusterdamm of in het Europacenter, de Friedrich-Strasse, de Hackesche Höfe en natuurlijk Unter der Linden. Ook zijn er leuke markten in Berlijn. Bijvoorbeeld de Berliner Antik- und Floh Markt in de Friedrichstrasse. Verder zijn er mooi aangelegde parken. In het verloop van dit hoofdstuk heb ik enkele bezienswaardigheden uitgewerkt. Checkpoint Charlie. Op het toppunt van de Koude Oorlog stonden Amerikaanse en Sovjetsoldaten hier oog in oog. Checkpoint Charlie was één van de zwaarbewaakte grensovergangen tussen Oost- en West-Berlijn. Het checkpoint verdween snel na de val van de Muur. Het beruchte grenshuisje is nu te zien in het Alliierten Museum. Het huisje dat nu op een paar meter van de oorspronkelijke plek staat, is een getrouwe kopie en een Kodak-fotomoment. Het ligt schuin tegenover het Mauer-Museum, kruising Friedrichstrasse-Kochstrasse, U-Bahn Kochstrasse. Brandenburger Tor. Als je aan Berlijn denkt, denk je aan de Brandenburger Tor. De poort is de grens van het oude centrum van de stad. Tijdens de Koude Oorlog werd hier begonnen met de bouw van de Muur en hier staken in 1989 de eerste Ossi's de grens over naar West-Duitsland. De bouw van de Brandenburger Tor werd afgerond in 1795. Bovenop de Tor staat een sculptuur van een Griekse strijdwagen met daarin de Godin van de overwinning, Victoria. Dit gedeelte van de poort werd in 1806 door Napoleon als trofee meegenomen naar Parijs, acht jaar later bracht een Duitse maarschalk het weer terug. De sculptuur die je nu ziet is overigens een replica; het origineel werd tijdens WO II vernield. Overal in de buurt van de Tor bieden handelaren Koude Oorlog-souveniers aan. Stukjes Berlijnse Muur, Russische legermutsen en DDR-onderscheidingen. Potsdamer Platz. Potsdamer Platz is een druk verkeersplein in het centrum van Berlijn. Het is genoemd naar de nabijgelegen stad Potsdam. Voor de Tweede Wereldoorlog was het een levendige plaats, maar na de oorlog bestond het uit een grote puinhoop. In 1961 werd de Berlijnse Muur dwars over het plein aangelegd. Na de afbraak van de Muur in 1989 ontstond de grootste bouwput van Europa. Er werden vele nieuwe gebouwen neergezet op de lege vlakte die was ontstaan: o.a. het Daimler-Chrysler Quartier, het Sony-Center en de Bahntower, waarin de Deutsche Bahn gevestigd is. In 1990, vlak na de val van de muur, werd op de nog zanderige vlakte een rockconcert van Pink Floyd opgevoerd: The Wall. Het plein staat bekend om zijn vele theaters, filmhuizen en bioscopen. Er is onder andere een IMAX-theater gevestigd met het grootste bioscoopscherm van Duitsland waar films in 3D kunnen worden bekeken. Fernsehturm. In Berlijn staan twee televisietorens: Fernsehturm en Funkturm. De Fernsehturm bevindt zich in het voormalige Oost-Berlijn, de Funkturm in het voormalige West-Berlijn. De Fernsehturm is 368 meter hoog en daarmee het hoogste gebouw van de stad en de op een na hoogste toren van Europa na de televisiemast van Moskou. De toren staat bij de Alexanderplatz. De toren is gebouwd in 1969 met behulp van Zweedse ingenieurs. De toren bestaat uit een betonnen mast met daarin twee liftschachten. Bovenop het betonnen deel bevindt zich een bol bedekt met plaatstaal met daarin het uitzichtplatform en een restaurant. Bovenop de bol staat een rood-witte televisieantenne. De Fernsehturm is vanuit de meeste punten in Berlijn te zien. Op 203 meter hoogte bevindt zich het uitzichtplatform. Bij goed weer kan men tot 40 km ver kijken. Boven het uitzichtplatform bevindt zich een restaurant dat langzaam ronddraait. Het restaurant draait in een half uur geheel rond. De Fernsehturm is een populaire attractie voor toeristen en er staan vaak lange wachtrijen om naar binnen te kunnen. De toren is het gehele jaar door geopend voor bezoekers. Kaufhaus des Westens oftewel KaDeWe. Kaufhaus des Westens (KaDeWe) is een Duits warenhuis. Het bevindt zich in de Tauentzienstraße in het Berlijnse stadsdeel Tempelhof-Schöneberg dicht bij de Kurfürstendamm en de Gedächtniskirche in het centrum van Berlijn. Het is het grootste warenhuis op het Europese continent met ongeveer 60.000 m² verkoopoppervlak en meer dan 380.000 verschillende artikelen, meestal van de wat luxere soort. Het is net iets groter dan Harrods in Londen. Het gebouw werd in 1907 door Adolf Jandorf gesticht. Het door de architect Emil Schaudt ontworpen warenhuis werd in april 1907 geopend. Het warenhuis is in bezit van KarstadtQuelle AG. HOLOCAUST MONUMENT. Zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog en zeventien jaar na de eerste plannen is in Berlijn het Holocaust-monument onthuld. Bij de plechtigheid waren duizend gasten uit de hele wereld aanwezig, onder wie joden die de vervolging door het nazi-regime overleefden. Het monument strekt zich uit over een oppervlakte van 20.000 vierkante meter. Op het glooiende terrein in het hartje van de stad staan 2.711 grijze, rechthoekige pilaren tot 4,7 meter hoog. De pilaren moeten volgens de Amerikaanse architect Peter Eisenman een gevoel van desoriëntatie en eenzaamheid teweeg brengen. Het monument staat vlakbij de Brandenburger Tor. Een deel van de pilaren bevindt zich boven de voormalige bunker van de nazi-minister van Propaganda, Goebbels, en vlakbij de bunker waar Hitler zich eind april 1945 van het leven beroofde. Het heeft jaren geduurd voor het monument er stond. Sommige critici waren tegen de locatie midden in het centrum van de stad en extreem-rechtse Duitsers vonden dat het eindelijk eens afgelopen moest zijn met de Duitse “schuldcultuur”. Een aantal overlevenden van de holocaust waren ook niet blij met het ontwerp, omdat het volgens hen te anoniem en abstract is. 5. BESCHRIJVING TWEE DAGEN IN BERLIJN. 1e dag. Het is vakantie dus we slapen iets langer uit dan normaal. Om half 9 uur staan we rustig op. We nemen een douche en kleden ons aan. Dan gaan we beneden in het hotel lekker ontbijten. Dan nemen we de bus van 10.27 naar de Brandenburger Tor. Om 11.00 komen we bij de Brandenburger Tor aan. Als we daar aan komen, zijn ze net bezig met het schoonmaken van de Brandenburger Tor. We maken er een paar mooie foto’s van. Op een terrasje in de buurt eten we om 13.00 uur een broodje met wat te drinken. Om 14.00 uur gaan we naar het KaDeWe. We hebben daar gewinkeld tot 17.00 uur. Toen hebben we in een restaurant een heerlijke brattwurst met Sauerkraut gegeten. Vervolgens weer terug naar het hotel om ons even op te frissen. En dan gaan we het nachtleven in. Eerst hebben we een lekker glas bier gedronken in een van de vele Musik-kneipen op de Kurfürsterdamm. Daarna met de metro naar het oostelijk gedeelte van de stad. In de Oraniënburgerstrasse naar een weinlokale geweest. Heerlijk van de Duitse wijn geproefd. En zoals het gezegde luidt (volgens mijn vader): “Wijn na bier geeft plezier” hebben we nog lang, samen met andere jongelui, plezier gemaakt. Het was diep in de nacht toen we weer op onze hotelkamer aankwamen. 2e dag. We staan nu wat vroeger op omdat we van plan zijn van alles te bezoeken. We staan dus om half acht op. We ontbijten rustig en we nemen de bus naar de Fernsehturm. Daar hebben we bovenin een prachtig uitzicht en maken we mooie foto’s. Dan gaan we naar het Potsdamer Platz. Daar eten we rond 14.00 uur een broodje met wat te drinken. We maken daar ook mooie foto’s van de hoge gebouwen om ons heen. Rond 16.00 uur zijn we bij Checkpoint Charlie. Daar bezoeken we het museum wat we eigenlijk wel mooi vonden. Daarna pakken we midden in Berlijn een restaurantje dat ons een beetje tegenvalt. Daarna gaan we in het centrum van Berlijn naar een discotheek en hebben we tot 2 uur gefeest. Daarna zijn we naar bed gegaan. Wij hebben deze dagen op eigen gelegenheid rond getrokken. Je hebt dan lekker de vrijheid en je kunt dan doen wat je wilt. Dus zijn wij lekker ons gangetje gegaan. Er zijn ook georganiseerde trips. Zo is er de Grote Berlin Tour. Dit is een 3 uur durende tour per luxe touringcar met gidsbegeleiding door oost en west Berlijn langs onder andere de Gedächtniskirche, Potsdamer Platz, Gendarmenmarkt, Alexanderplatz, Unter den Linden en de Brandenburger Tor. Een aantal stops wordt gemaakt. Het vertrek is dagelijks om 10.00 en 14.00 uur. De prijs per volwassene bedraagt 21,50 euro en voor kinderen van 7 tot en met 14 jaar 10,75 euro. Je kunt deze tour eventueel al boeken bij een reisbureau in Nederland. Als tweede wil ik nog noemen de Berlin City Circle, inclusief boottocht over de Spree. Dit is de ideale manier om op geheel eigen tempo per bus de hoogtepunten van Berlijn te ontdekken. De bus rijdt langs verschillende grote bezienswaardigheden, zoals onder andere de KaDeWe, de Potsdamer Platz, het Checkpoint Charlie en het Schloss Charlottenburg. In totaal zijn er 14 stops. Bij stop 10 wordt er overgestapt op de boot voor een 1 uur durende boottocht over de Spree. Er is uitleg (met een hoofdtelefoon) in 8 talen. De bus rijdt dagelijks elke 15 minuten van 10.00 uur tot 16.00 uur. De tour duurt circa 3,5 uur, maar is afhankelijk van hoe lang de stops duren. De prijs per volwassene bedraagt 28 euro en voor kinderen van 7 tot en met 14 jaar 14 euro. Ook deze tour is al te boeken bij het reisbureau in Nederland. 6. WAAR LIGT BERLIJN? WO LIEGT BERLIN? In dieses Kapital habe ich eine Karte von Deutschland aufgenommen. Auf der rechten Seite sehen Sie Berlin liegen. 7. BERLIN LIEGT IN BUNDESLAND? Auf dieses Karte sind alle Bundeslanden angegeben. Berlin liegt in Bundesland Brandenburg. 8. REIS VAN ERMELO NAAR BERLIJN. Via de routeplanner heb ik de route van Ermelo naar Berlijn aangegeven. We reizen via de steden Hannover en Magdeburg. De afstand in kilometers bedraagt 601.6 km. De reisduur is 5.38 uur. Ik doe er wat langer over omdat ik onderweg even wat extra stops maak. Naast je eigen auto kun je ook met de bus, trein of vliegtuig naar Berlijn. Vanuit Nederland gaan er vele georganiseerde busreizen naar Berlijn. Verder kun je van vele stations in Nederland per ICE internationale hogesnelheidstrein naar Berlijn. Overstappen in Duisburg. In Berlijn kun je uitstappen bij de haltes Berlijn Zoologischer Garten of Ostbahnhof. Met het vliegtuig kun je bijna iedere dag van Schiphol naar Berlijn. Berlijn heeft twee luchthavens, namelijk Tegel en Tempelhof. De vliegtijd bedraagt ongeveer 1,5 uur. 9. HOTELRESERVERING. Das Hotel. Aus verschiedene Reise-Broschüre und auf Internet habe ich einen Hotel fur unserum Trip aufgesucht. Es war nicht so einfach um einen Doppel Zimmer, in einen zuverlassiges Hotel zu finden, fur unserum Budget. Im Reise Broschüre von Holland International habe ich Hotel Winter’s Berlin gefunden. Es ist ein zwei/drei Sternen Hotel. Es liegt im Stadtteil Wilmersdorf, ungefähr 3 Kilometer entfernt von der Kurfürsterdamm. Dieses Hotel liegt in der Nähe von den U-bahn Heidelberger Platz. Auf etwa 400 meter von das Hotel, ist die Bushaltestelle. Beim Hotel kann man kostenlos Parken. Das Hotel. Zentral geliegen Hotel mit Reception (kostenlos Schliessfächern), Lounge, Lift, gemütliche Bar und Frühstück Raum Zimmer. Modernes Zimmer mit Telefon, Kabelfernsehen, Internet Anschluss, Waschbecken. Dusche ind Toilette am jedem Stock. Apart zum Buchen: Zimmer mit Dusche und Toilette Ein doppel Zimmer kostet 28 Euro pro Person pro Nacht, mit Frühstück. Kosten. Een 2-persoonskamer kost 28 euro per persoon per nacht, ontbijt is inbegrepen. De totale kosten voor 2 personen op een 2-persoonskamer voor 2 nachten, inclusief ontbijt, bedragen 112 euro. Het budget voor 2 nachten was volgens de opdracht 120 euro. Daar zijn we dus onder gebleven. Zonder ontbijt was het hotel nog iets goedkoper. Volgens het reisbureau ging er dan ongeveer 16 euro van de totaalprijs af, maar zij vonden het wel raar om geen ontbijt te boeken. Overigens kost dezelfde kamer tijdens de WK voetbal 49 euro per persoon per nacht. RESERVERINGSBRIEF. Hotel Winter’s Berlin, Wilmorsdorf, Berlin. Herr C.M. van Beek, Wulpstraat 123, 3853XG Ermelo, Holland. Reserverung Nummer: 16660 Berlin, 15 Mai 2006. Die Befestigung von der nächste Buchung. Teilnehmer: 1. Herr C.M.van Beek 2. Herr T. Hinke. Einmal ein Doppelzimmer, Mit Frühstück. Ankunft Datum: 27 Mai 2006 ( nach 13.00 Uhr) Abreise Datum: 29 Mai 2006 ( vor 11.00 Uhr) Der Kosten sind 112 Euro. Gerne beim inchecken in unserum Hotel bezahlen. Wir danken Ihnen fur die Buchung. Herr Muller, Manager Hotel Winter`s Berlin. 10. UIT ETEN IN BERLIJN. Ich habe im Internet gesurft nach eine Restaurant in Berlijn. Wir gehen essen im Restaurant L’ Entrecôte. Das restaurant liegt am die Strasse Schützenstraße 5, 10117 Berlin. Tel.: 030 / 20 16 54 96 Fax: 030 / 20 16 54 97 Eröffnungszeiten Mo - Fr 12:00 - 24:00 Sa 18:00 - 24:00 So Ruhetag SPEISEKARTE. Familie Heinz heisst Sie herzlich willkomen in: Wir sind täglich geöffnet von: 16.00 Uhr bis 23.00 Uhr Sontags sind wir geöffnet von: 13.00 Uhr bis 23.00 Uhr Unsere Kuche ist täglich bis 22.00 Uhr geöffnet. Restaurant / Steakhaus Berliner Hof Oraniënburgerstrasse 3 Berlin Vorspeisen 100 Krabben Cocktail 7.50 euro 101 Carpaccio (Rinder filet mit Salat) 8.50 euro 102 Baguette mit Kräuterbutter 3.50 euro Aus dem Suppentapf 110 Hühnersuppe 3.00 euro 120 Tomaten Cremesuppe 3.50 euro Hauptgericht 130 Wiener Schnitzel mit Pommes und Salat 10.00 euro 140 Grosse Bratwurst vom Grill 9.00 euro mit Folienkartoffel und Sauerkraut 150 Filetsteak“Spezial’’ 16.50 euro mit Champignons und Käse überbacken dazu Butterreis und Salat. Dessert 170 Früchte mit Eis 4.50 euro 171 Vermischte Eissorte mit Slagsahne 4.50 euro 172 Kaffee mit torte 3.50 euro Getränke 190 Bier 2.50 euro 191 Wasser 1.50 euro 192 Cola 2.25 euro Für andere wünchen die nicht in diese karte stehen fragen Sie einfach nach. Wir wünchen Ihnen guten Apetit. GESPREK MET EEN OBER IN HET DUITS. Guten abend . Gruss Gott. Wir möchten gerne etwas essen. Ist noch eine Tisch frei? Ja hier ist noch eine Tisch frei. Danke. Was mochten Sie trinken? Ein Bier und ein Cola, bitte. Bitte sehr. Danke. Möchte ich die Speisekarte, bitte? Bitte. Haben Sie schon etwas gewählt? Vorgericht: Ja, ich möchte gerne eine Hühnersuppe, und für mich eine Tomaten Cremesuppe bitte. Hauptgericht: Einmahl Wiener Schnitzel und einmahl Bratwurst. O.K. Möchten Sie noch etwas trinken beim essen? Gerne eine Karaf wasser, bitte. Moment mahl. Wir bekommen unser Teller. Guten Apetit. Herr Ober, wir haben kein Besteck bekommen? Entschuldigung. Ich hole es gleich für Ihnen. Danke. Haben Sie auch Salz und Pfeffer? Bitte sehr. Schmeckt es Ihnen? Leider ist die Folien Kartoffel nicht gar. Tut mir leid. Sie bekommen einen neuen Teller. Nein, das ist nicht nötig, aber ich bekomme gerne eine gäre Folien Kartoffel. Ich komme gleich wieder. Danke schön, diese ist herrlich. Was nehmen sie als Nachspeise? Einmahl Früchte mit Eis und einmahl Kaffee mit Torte bitte. Möchten Sie auch Slagsahne beim Torte? Nein, danke. Bitte sehr. Wir wollen gerne die Rechnung. Eine moment, bitte. So, das macht dann 64.80 Euro. Wir bekommen von das Haus noch zwei Kaffee mit Sahne. Wir bezahlen die Rechnung und geben auch Trinkgeld. Vielen dank, und ich wunsche Ihnen noch eine Schöne Abend. Auf Wiedersehen. Wiedersehen. 11. AFSLUITING. Ik vind dat het een leuk werkstuk is geworden. Van het opstellen heb ik veel geleerd. Het was leuk om meer te weten te komen over de stad Berlijn. De stad gaat dan nog meer voor je leven. Ook was het leuk om als het ware een reis te organiseren en uit te werken. Extra was dat sommige onderdelen in het Duits geschreven moesten worden. Gedeeltelijk heb ik de tekst dan eerst in het Nederlands geschreven en vervolgens vertaald naar het Duits. Andere onderdelen heb ik gelijk in het Duits geschreven. Eerlijk gezegd heb ik wel gebruik moeten maken van het woordenboek Nederlands-Duits. Leerzaam was ook het zoeken naar informatie op Internet. Wat is daar toch veel te vinden. Ook ben ik bij een reisbureau geweest. Kortom, ik vond het leuk om deze opdracht uit te werken. Mijn ouders hebben mijn werkstuk gelezen en zijn ook enthousiast geworden over Berlijn. Ze overwegen nu om met ons gezin een paar dagen naar Berlijn te gaan. Nou, als dat gaat gebeuren, is het mooi meegenomen. Ik zal het thuis warm houden. 12. INFORMATIEBRONNEN – OPDRACHT. In dit hoofdstuk heb ik weergegeven hoe ik aan mijn informatie ben gekomen. Tevens heb ik, ter informatie, de opdracht opgenomen. Informatiebronnen: - diverse reisboeken van het reisbureau. - brochure: Citytrips naar Berlijn. - een krantenartikel over Berlijn uit De Telegraaf. - een artikel over Berlijn uit de Libelle. - leerboek “Neue Kontakte”. - Internet. - woordenboek. - mijn eigen ervaringen van de excursie naar Berlijn. Opdracht: Je (leeftijd 15-17 jaar) gaat een reis boeken voor 2 personen, (jij en een vriend) naar een plaats in Duitsland / Zwitserland of Oostenrijk. Haal je informatie van internet / reisbureau / atlas / woordenboek / textbuch enz. D = in het Duits; NL = in het Nederlands. 1. Kies een stad/dorp D En vertel waarom je deze stad/dit dorp kiest NL (blad 1) 2. Verzamel informatie over deze stad/dit dorp NL (Blad 2) 3. Welke bezienswaardigheden zijn er? (beschrijven en illustreren) NL (Blad 1/2/3/4/5). Let er wel op dat het bestemd is voor leeftijdsgenoten! 4. Beschrijf twee dagen: hoe breng je die door? NL (niet slapend!) 5. Geef op een landkaartje aan waar het ligt D (Blad 6) 6. In welke Bundesland (of Kanton of provincie) ligt deze plaats? D (Blad 7) 7. Hoeveel kilometer ligt dit van Ermelo verwijderd? (routeplanner) (Blad 8) 8. In welk hotel ga je overnachten? (naam en beschrijving) D (Blad 9) 9. Wat kost een 2-persoonskamer per nacht. (met of zonder ontbijt) Budget maximaal 60 euro per nacht! 10. Schrijf een reserveringsbrief voor een 2-persoonskamer voor 2 nachten D (blad 10) 11. Zoek een restaurant waar je gaat eten. D (Blad 11) 12. Maak een menukaart met 3x een voorgerecht / hoofdgerecht / dessert / drinken D (Blad 12) (eventueel met plaatjes) 13. Schrijf een gesprekje tussen jou en de ober waarin je de bestelling doet voor: voor-, hoofd- en nagerecht (blad 13) nhoud 1.Waarom dit onderwerp. 2.Het wiel. 3.Het ontstaan van de auto’s. 4.De motoren van vroeger en nu. 5.De ontwikkeling. 6.Verschil tussen de auto’s van toen en nu 7.Race auto’s van vroeger. 8.Commerciële voertuigen. 9.De auto’s in de toekomst. 10.Bronvermelding. 11.Nawoord. 1. Waarom dit onderwerp. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het eigenlijk over auto’s wilde houden. Maar toen zei juf het moet over biologie gaan aardrijkskunde of geschiedenis. Toen dacht ik auto’s heeft er eigenlijk niks mee te maken.Maar toen dacht ik opeens de geschiedenis van auto’s zou wel wat zijn. Ik vind auto’s ook heel erg mooi en ik ben een auto fan. 2. Het wiel. Het wiel is een hele belangrijke uitvinding daardoor werden er fietsen gemaakt Niet zulke maar zulke En toen werd de koets uitgevonden met paarden. En toen werd de auto uitgevonden. Deze wielen zijn van paard en wagen. Je kan je wel voorstellen dat die wielen heel snel kappot gingen gaan. Maar nu hebben we andere wielen Zoals deze: dit is van rubber dat geeft minder trilling want als het wiel niet hard word opgepompt heb je meer veerring Oude wielen gaan veel sneller lek dan nieuwe wielen want nieuwe wielen hebben allemaal laagjes dat zie je bij het plaatje. Oude wielen hebben gewoon een of twee laagjes.Dan gaat het wiel ook veel sneller kappot of lek. 3. Het ontstaan van de auto’s. Het ontstaan van de auto’s begint bij het wiel dat heb je gezien in het vorige hoofdstuk. Toen dat uitgevonden werd, werden er koetsen met paarden gemaakt toen kwam de fiets als je goed naar de fiets kijkt zie je dat hij een beetje op een auto lijkt dus zo werd langzaam de auto uitgevonden. Dit is de stoommachine daarmee werden auto’s heel vroeger aangedreven maar nu natuurlijk niet meer.Ik zal uitleggen hoe deze werkt. De damp van het water gaat door de pijp. Dan gaat de hete lucht een klein pijpje in. Dan wordt het in die leiding heet en dan gaat de druk omhoog waardoor de zuiger verschuift in de cilinder. Doordat de zuiger verschuift drijft de aandrijf-as het wiel aan. De eerste stoommachine werd in de 18de eeuw uitgevonden. Heel veel uitvinders hebben er aan gewerkt maar de beste uitvinder was James Watt.Toen werd de benzine motor uitgevonden.De uitvinder van de benzine motor is Siegfried Markus.in mijn volgende hoofdstuk zie je meer over motors maar de benzine motor was een groot succes want dat kon veel harder ook weer niet veel harder maar het kon wel veelharder en het was heel veel kleiner dan zo’n stoommotor in je auto en het was minder vervelend want bij een stoom motor moet je de hele tijd het vuur in de gaten houden en bij een benzine motor moet je alleen het benzine peil in de gaten houden. Zo werden ook de brommers uitgevonden of in die tijd noemden ze dat de motorfiets die was eigenlijk al uitgevonden ook met benzine motor. 4. De motoren van vroeger en nu. Het is een heel erg verschil van de motoren van nu en vroeger. Want vroeger waren ze minder krachtig veel groter en nu zijn ze veel krachtiger en kleiner. Als je vroeger met een oude auto ging terrein rijden, dus door de plassen en over heuveltjes, dan liep je vast omdat je geen sterke motor had. Maar nu zijn de motors veel krachtiger en beter tegen regen en veel sterker dus ze zijn ook heel stevig.Maar sommige oude auto’s zijn oud en kunnen best nog wel terrein rijden kijk maar naar dit plaatje. Nu ga ik uitleggen hoe een benzine motor werkt want je hebt ook nog diesel maar de eerste auto’s werkten op benzine. Maar ik leg heel even uit waar diesel goed voor is. Diesel motors zijn veel sterker omdat de verbranding werkt anders dus de motor werkt gewoon heel anders. Vrachtwagen hebben diesel omdat zij veel zware vracht moeten vervoeren dat kan je ook met benzine motors maar dat schiet niet echt op. 1.door het paarse buisje komt benzine. De benzine word omploft en dan gaat het groene blokje naar beneden en daardoor komt er beweging in. Door het blauwe komt lucht als die lucht er niet was zou de cilinder ontploffen. 2.Zo gaat het steeds verder en de explosie gaat verder. 3.Door de explosie komt er ook rook, dat zijn de uitlaat gassen.Dat zie je ook op het plaatje hiernaast.De uitlaatgassen gaan door het buisje naar de uitlaat. 4.De uitlaat gassen blijven er uit gaan. En zo gaat het steeds opnieuw en het gaat veel sneller. 5. De ontwikkeling. De ontwikkeling is eigenlijk heel snel gegaan. Eerst reden de auto’s nog op stoom zoals deze. Dit is gewoon een koets met een motor er in.Deze werd in 1880 uitgevonden. Het was een grote uitvinding want het vervoer werd makkelijker. Je kon overal sneller zijn. De uitvinders zijn Karl Benz en Gottlieb Daimler. De eerste auto op benzine was een Benz (veel mensen denken de T-fort maar dat is dus niet zo) hij reed 13 kilometer per uur . Dat is zelf nog langzamer dan als je fietst! En de Benz heeft geen eens een dak. Dit is een Benz rechts op de bladzijde. Daarna kwam de T-fort Die heeft wel een Open dak maar die is Nu ingeklapt. De T-fort heeft ook Voor het eerste rubber wielen en een raam en lichten. Dus veel meer extraatjes dan de Benz. Maar zo luxe is de T-fort nou ook weer niet. Hij heeft bijvoorbeeld geen radio. Wel logisch maar dat kwam later pas. De T-fort was zo goedkoop want je kan hem alleen maar in het zwart krijgen en de maker van de T-fort zei: je kan de T-fort in alle kleuren krijgen als het maar zwart was.je zal wel denken dat zwarte verf net zo duur was als rode maar zwarte verf droogt sneller zo konden er meer auto’s tegelijk maken. De T-fort was zo goed koop dat bijna iedereen er een kocht. Als de T-fort heel duur was hadden nu minder mensen een auto gehad. Na de Tweedewereldoorlog kwamen er al heel snel veel meer auto’s. Veel mensen gingen meer buiten de stad wonen vanwege het drukke verkeer . Die mensen hadden dus een auto nodig om naar het centrum te gaan. Zo zijn de auto’s steeds mooier en beter geworden omdat we ze meer gebruiken. Ze worden gebruikt om op vakantie te gaan en om te toeren. Dat is met oude of mooie auto te gaan rijden en om naar werk te gaan en nog veel meer. je kan je eigenlijk niet voorstellen dat deze auto: is ontwikkeld in deze auto: het lijkt raar maar deze auto komt uit de benz die rechts boven. 6. Verschil tussen de auto’s van nu en toen. Vroeger Nu Snelheid 50 km/u snelheid 280km/u Vierkante model ronder Aandrijving met kettingen aandrijving met assen Grote motors en niet zo krachtig kleine motoren en krachtiger Dunne wieltjes zonder lucht grote wielen met lucht er in Gladde banden dus minder grip dikke banden met meer grip Slechte veerring goede veerring Niet echt flitsende kleuren meer flitsen kleuren Bijna alle auto’s hadden open dak meer auto’s dicht Geen plek voor bagage veel ruimte voor bagage Kaarsen in plaats van lampen gewone lichten Schakelen met de hand schakelen kan ook automatisch Altijd wel mooie auto’s zoals deze nu veel lelijke auto’s zoals deze: 7. Race auto’s van vroeger. er zijn heel veel race auto’s maar de bekendste van onze tijd is de formule1: Maar vroeger zag hij er zo uit: Deze soort auto’s gingen rond de 180 km/h dat was heel veel. De deze race auto was van Adam Opel uit Duitsland.Toen was die auto nog gewoon voor de lol niet voor wedstrijden. De kleuren van de auto maken heel veel uit de auto Deze kleuren waren van Engeland zo zijn er veel verschillende kleuren. De eerste race was in 1894 deze race werd gereden door Parijs en Rouen er deden 102 deelnemers maar er bleven er niet veel over omdat de auto’s het niet altijd even goed deden. Nu over de formule1.De formule1 is heel anders. De ouwe race auto’s gingen rond de 180 km/u als maximum snelheid en de formule een gaan soms wel met 350 km/u. En nu maakt het niet uit welke kleuren je hebt. Maar op de auto’s van nu zie je heel veel merken en die moeten er wel opstaan als de coureur word gesponsord. de auto’s van nu zijn veel makkelijker te besturen want ze moeten wel schakelen maar dan druk je gewoon een knopje in en zo is dat bij heel veel dingen zo. De auto’s van zijn ook veel minder gevaarlijk.En met racen krijgen de auto’s een pitstop dat is dat de benzine word bij gevuld en de banden verwisseld. Dat was vroeger niet altijd bij sommige racen wel maar bij de meeste niet. De race-auto Ik heb een race-auto gebouwd van oude planken, stukken ijzer, een fietsketting, een olieblik, ’t omhulsel van een oude geiser, vier wielen van een kinderwagen die stond te roesten in de schuur, één heel groot tandrad en twee kleintjes, ’t wiel van een kruiwagen als stuur. En als ik rij, roept iedereen: Hé, let eens op je snelheidsmeter ! Jij vliegt gewoon over de straat ! Jij bent een kilometervreter ! - Alleen, die schoongewassen Johnny die in zo’n plaatjesauto rijdt, zo’n bijna echte die heel duur is, zegt niks maar blaast zich op van nijd. Want niemand haalt mijn race-kar in, al heeft hij ook de duurste wagen. Ik ben de schrik van het trottoir. Dat moet je aan de buurt maar vragen ! Maar moeder zegt: mijn beste jongen, die auto is het ergste niet, maar ga nu niet een vliegtuig bouwen, want dan doe je me echt verdriet. De schrijver van dit gedicht is niet bekend. 8. Commerciële voertuigen. Vroeger had je natuurlijk ook commerciële auto’s dus taxi’s bussen school bussen.Die zien er nu heel anders uit dan vroeger. In de jaren 30 werd het heel anders want alle voertuigen werden getrokken door paarden dus zelfs de brandweer werd getrokken door paarden en voor vracht wagens werden stoommachines gebruikt. En nu worden al die groten wagens door diesel motors aangedreven dat was echt een succes want de brandweer was veel sneller bij de brand en vrachtwagens veel sneller bij de fabriek of winkel. Zo zag vroeger een bus er uit: en nu zo: Een heel erg groot verschil was de ruimte.In de oude bussen kunnen ongeveer 50 mensen en in de nieuwe 100 ongeveer. En het was veel duurder nu kost 1 persoon ongeveer €1,50 En voor vroeger was het eigenlijk niet bekend maar het was niet heel goedkoop.Daarom kwam de taxi die was wel wat goedkoper. Zo zag de taxi er uit: op het dak van de taxi staat een bordje met:taxi dat lichtje wat in dat bordje zit Gaat branden als er een passagier in zit. 9. De auto’s in de toekomst. De auto’s zijn al heel veel automatisch zoals schakelen piepen als je bijna tegen iets aan botst en als het heel koud is in de auto gaat de airco aan en het navigatiesysteem geeft aan hoe je moet rijen nou eigenlijk heel veel. Maar nu proberen we het milieu te beschermen want de uitlaat gassen zijn heel slecht voor het milieu. nu hebben we al een auto op stroom zoals deze: deze moet je opladen in een stopcontact. Maar deze werkt op de zon: In de toekomst kan het zijn dat de auto op bananen schillen werken want dat stond een keer op het internet.Geloof jij dat??? Er is zelfs een auto die op water werkt.Het vervuilt het milieu niet maar er is een probleem maar er is niet genoeg plek in een auto voor al dat water. Er komen ook misschien auto’s die zichzelf parkeren als je dat zegt. Zo kan je heel veel dingen op noemen. Dit is ook een elektrische auto. 10. Bronvermelding. Ik heb een hele moeilijke site dat is www.nbsbaarn.nl dan klik je op links dan op kinderen en dan op kinderencyclopedie en dan spreekbeurten dan klik je op geschiedenis en dan staat er geschiedenis over auto’s en dan klik je op download. Nog een moeilijke site www.3vo.nl en dan klik je op kids dan klik je op encyclopedie dan druk je op de letter;A dan staar er ergens:geschiedenis,auto. Ik heb ook nog wat van www.energiesurvival.nl En ook nog wat van www.spreekbeurten.info/benzine.html Ik heb nog een site www.cruisingdutchmen.nl Ik heb ook nog wat www.google.nl En ook wat van www.spreekbeurten.info/autogeschiedenis.html En natuurlijk ook wat van boeken zoals: Uitvindingen-de auto’s van de 20e eeuw en van het boek Auto’s. En ook van het boek: techniek 11. Nawoord. Ik vond het best leuk om aan mijn werkstuk te werken. Ik heb heel veel van internet gehaald en ook best wel veel aan boeken gehad. Ik heb er zelf ook van geleerd. Ik weet nu zelf nog meer over de geschiedenis van de auto. Welk vervoersmiddel hadden de mensen voor de auto? Voor de auto hadden mensen ook wel vervoersmiddelen. De twee bekendste zijn wel de trekschuit en de postkoets. Deze twee werden allebei door spierkracht van paarden aangedreven. Ook waren sinds korte tijd twee vervoersmiddelen op stoom. De stoomboot en stoomtrein. Deze twee waren meer voor het transport over lange afstand. De trekschuit was in Nederland een succes, dit kwam door de vele wateren. Ook door deze aangename manier van reizen is Nederland een welvarend land geworden. Dit was ook de reden dat er pas laat spoorwegen in Nederland kwamen, want waarom zo’n dure trein als je al een goed vervoersmiddel hebt. Dit vervoersmiddel was uniek, want Nederland was het enige land die deze manier van vervoer veel gebruikte. Het werkte zo. Er lag een boot in het water en daar gingen de mensen in zitten, over een pad langs het water liep dan een paard de boot vooruit te trekken. Ook de postkoets was een succes. Deze manier van reizen was niet zo rustig als de trekschuit, maar je kon overal komen en vooral in een grote stad is dat heel makkelijk. Maar deze manieren van vervoer waren veel te langzaam. Er werden vervoersmiddelen met motoren uit gevonden. De stoomtrein was een groot succes en ook de stoomboot was een fijne manier van reizen. Alleen het probleem van deze twee vervoersmiddelen is dat deze twee vervoersmiddelen heel duur waren en je kon niet precies op de plaats van bestemming komen. Dat is weer het voordeel van een auto. Er waren al veel voertuigen geweest die op een auto leken en waar een motor in zat. Deze ontwerpen kwamen vooral uit Groot-Brittannië. Die motor was dan vaak een stoommotor in en dat is niet te vergelijken met de eerste auto op benzine met een viertaktmotor. Een paar voorbeelden hiervan zijn de stoomomnibus. Dit was een soort locomotief maar dan met een sturende as. Er konden 28 mensen in en 22 boven op het dak. In 1769 had Nicolas Cugnot, een Franse militair en ingenieur heeft toen een voertuig op stoom ontwikkeld voor het Franse leger om zware kanonnen te verplaatsen. Deze uitvinding zal niet lang gebruikt worden door het Franse leger. In het begin van de 19de eeuw ontwikkelen de Engelsman Richard Trevithick een soort koets met een stoommotor. In de jaren later wordt deze uitvinding uitgebreid, met onder andere handremmen, versnellingen en een betere besturing. Door deze uitvindingen komt er in 1865 een snelheidsverbod op deze voertuigen van 6 km/u buiten de bebouwde kom en binnen de bebouwde kom en snelheidsverbod van 3 kmu. Deze voertuigen moesten uitgerust zijn met twee bestuurders en een persoon die er voor liep met een rode vlag. Later werd deze regel, je mag niet harder rijden dan dat je kan rijden. Wat was de eerste auto? Er waren al verscheidende voertuigen geweest die zich voortbewogen door een stoommotor. In 1856 was er door de Belgische ingenieur Jean Joseph Étienne Lenoir een voertuig op kolengas ontwikkeld en hij heeft daar 80 km mee afgelegd. Deze voertuigen werden niet gezien als auto’s. In 1876 worden de eerste benzine motor uit gevonden door de heer Nikolaus August Otto. Dit was een zeer succesvolle motor hij werd de Otto-cyclus genoemd. Hij was de grondlegger van het nog steeds bestaande Deutz AG. Deze motor was een viertaktmotor en in datzelfde jaar wordt de eerste succesvolle tweetaktmotor uitgevonden door de Schotse ingenieur Sir Dugald Clerk. In 1886 worden de eerste auto’s uitgevonden. In dat jaar vinden Gottlieb Daimler en Karl Benz allebei hun eigen auto uit. Dit waren de eerste auto’s, dit waren in grote lijnen de auto’s zoals wij ze kennen. Deze auto’s hadden een inwendige verbrandingsmotor. Hiermee was het tijd perk van de auto aangebroken. Pas in 1890 werd de eerste autofabriek geopend. Twee voormalige Franse houtbewerkers Rene Panhard en Emile Levassor openen de eerste automobielfabriek in de wereld op. Hun eerste auto wordt in 1890 gebouwd en heeft een motor van Daimler. Een jaar later wordt andere Franse onderneming opgericht. Dat is het bekende automerk Peugeot. Met de uitvinding van de auto kwamen ook de eerste autoraces. De eerste Grand Prix werden gewoon op de openbare weg gehouden en er vielen dan ook veel gewonden. Dit gebeurde niet alleen onder de coureurs maar ook onder het publiek. In 1896 was ook de eerste verkeersdode waar een auto bij betrokken was een feit. Deze vrouw stapte de stoep af en werd aangereden door een auto met de snelheid van maar 6 km/u. Wat zie je nog terug daarvan in de hedendaagse auto? Als je de eerste auto’s bekijkt en die vergelijkt met die van nu, dan lijken die helemaal niet op elkaar. Bij de auto’s van vroeger werd er nog veel met hout gewerkt, maar nu is het allemaal staal of kunststof. Nu is een normale auto overdekt maar in de eerste auto’s zat je meestal in de open lucht. De motoren van de auto’s zijn qua principe hetzelfde gebleven. Daarom was dat ook de eerste auto. De motor van een motor is nog steeds een viertaktmotor. Dat betekent dat de motor steeds vier slagen maakt om vooruit te komen. Dit zijn de inlaatslag, compressieslag, arbeidsslag en uitlaatslag. Bij de inlaatslag gaat de zuiger naar beneden en de benzinedampen komen in de cilinder. Bij de compressieslag worden de benzinedampen samengeperst. Bij de arbeidsslag geeft de bougie een vonk en daardoor gaat de zuiger naar beneden. Bij de uitlaatslag gaat de zuiger weer naar boven en de verbrandingsgassen gaan naar buiten. Nu zie je ook veel auto’s en alle vrachtwagens die op diesel rijden. De uitvinding van de dieselmotor gebeurde in het begin van de 20ste eeuw. De dieselmotor is uitgevonden door de in Frankrijk geboren Duitser Rudolph Diesel. In het jaar 1924 werd de eerste vrachtwagen met een dieselmotor gebouwd en in het jaar 1936 de eerste luxewagen met een motor op dieselolie. Een dieselmotor is bijna hetzelfde als een benzinemotor alleen bij een dieselmotor heb je geen bougie nodig. Dieselolie ontploft door samenpersen en niet zo snel door warmte. De milieuorganisatie zeggen vaak dat dieselauto’s vuiler zijn dan benzineauto’s, maar onderzoek wijst uit dat het niet veel uitmaakt met de milieu eisen van deze tijd. In de eerste auto’s zaten viercilinder motors met ongeveer 35 pk. Nu halen ze uit viercilindermotors wel 200 pk. De straatauto met de grootste motor is op dit moment de Bugatti Veyron met een 8 liter motor en 16 cilinders en meer dan 1000 pk. Nu zijn de eisen die de mensen leggen aan een auto veel hoger dan vroeger. Vooral de veiligheid is bij een auto veel hoger geworden dan vroeger. Er zitten in een nieuwe auto vele airbags, ABS en in sommige gevallen ESP of een ander stabiliteitsprogramma. Charles Franklin Kettering heeft in het begin van de 20ste eeuw veel gedaan aan de veiligheid. Hij heeft de eerste auto die zelf startte. Dat was zijn belangrijkste uitvinding, maar hij heeft nog 140 handige uitvindingen voor de verbetering van de auto. Heeft de auto invloed op de economie? Auto's zouden goed zijn voor de economie wordt er beweerd. Meer wegen zouden de economie doen opleven. We horen dat zo vaak, dat we het zijn gaan geloven. Het gebruik van de auto kost geld. Niet alleen als je een auto koopt kost hij geld, ook alle auto’s bij elkaar kosten geld. Omdat er steeds meer ruimte voor auto’s komt, komen er meer auto’s. Doordat er nu te weinig ruimte is voor al die auto’s in Nederland staan er ook zoveel file’s. Hierdoor blijft de overheid wegen en andere infrastructuur aanleggen of aanpassen. En dit kost heel veel geld. Toch heeft de auto ook positieve kanten. De transportfaciliteiten zijn er beter en vooral sneller door geworden. Mensen kunnen zich door de uitvinding van de auto veel sneller van plaats naar plaats vervoeren. Er zouden geen goederen kunnen geproduceerd zonder het gebruik van de auto. Want de werknemers komen met de auto en de goederen worden vaak afgehaald en gebracht per vrachtwagen. Maar dit kan lang niet al de kosten vergoeden. Dus de uitvinding van de auto is voor de economie slecht. Maar over een tiental jaar is dit probleem misschien een einde opgelost, omdat er dan gewoon geen infrastructuur meer bij kan en er niet meer auto’s meer kunnen komen. Omdat iedereen die een rijbewijs heeft een auto heeft. Welke voordelen heeft het gebruik van de auto? De uitvinding van de auto is goed geweest voor de ontwikkeling van de mens. Bijna ieder mens gebruikt wel eens een auto. Met een auto kan je makkelijk en snel van A naar B reizen. Mensen kunnen hierdoor hun werk verder van hun woonplaats zoeken. Maar voor het goederenvervoer is de uitvinding heel goed geweest. Vroeger voor de auto deed men er een dag over om van Rotterdam naar Amsterdam te gaan en nu maar een uur. Voor Nederland is transport best belangrijk, omdat Nederland een doorvoerland is. En dat betekent dat de goederen bij een vliegveld of een haven het land binnen komen en dat het dan weer per trein, schip, vliegtuig of vrachtwagen doorgetransporteerd wordt naar een ander land. Maar een voordeel van een auto boven een trein, vliegtuig of schip is dat je meestal precies op de plaats van bestemming kan komen. Dat is met die anderen niet zo, want als je daar aankomt moet je vaak met een auto weer verder naar de precieze bestemming. Dat is een heel groot voordeel van de auto. Welke nadelen heeft het gebruik van de auto? Er zijn ook best veel nadelen aan het gebruik van de auto. Een daarvan staat al genoemd in het stukje “Heeft de auto invloed op de economie?”. Er zijn nog meer nadelen aan het gebruik van de auto. Het grootste probleem met de auto is de co2 uitstoot. Dit onderwerp komt vaak in het nieuws. De uitlaatgassen die uit een auto komt is een deel schadelijk. De kooldioxide die in de lucht komt vernietigt de ozonlaag. En dan komt er een laag van kooldioxide rond de aarde. De warmte die op de aarde wordt gestraald door de zon gaat dan niet meer zo makkelijk weg. Hierdoor wordt het steeds warmer op aarde. En daardoor smelten de poolkappen en komt al dat gesmolten ijs in het water en daardoor komen er overstromingen. Dit is maar voor 20% te danken aan de auto, de overige gassen komen voornamelijk uit de industrie. Alle nieuwe auto’s moeten steeds aan de euro normen voldoen. Sommige merken hebben ook andere oplossingen zoals een auto op waterstof of een hybride auto. Een hybride auto rijdt grotendeels op elektra, maar ook een deel op benzine of diesel. Over een hybride auto hoef je minder belasting te betalen. Ook door de uitvinding van de auto zijn er veel meer verkeersongevallen voorgevallen. Dit komt in 2003 al op 1000 ongevallen op een jaar. En er zijn 500 verkeersdoden waar een auto bij betrokken was. Toch worden op bijna elke nieuwe auto crashtesten uitgevoerd. Dan worden de auto’s getest op frontale botsing, zijdelingse botsing en de voetgangersveiligheid. Dan wordt er niet met echte mensen getest maar met zogenaamde dummy’s. Ook de fabrikanten doen veel aan de veiligheid van auto’s. Maar het is altijd nog aan de bestuurder om zich aan de verkeersregels te houden. Hoofdvraag: Wat betekent de auto voor de mens? Als ik zie wat ik onderzocht heb, denk ik dat de auto veel voor de mens betekent. Het kost misschien wel veel geld, maar je krijgt er veel voor terug. Heel veel mensen kunnen tegenwoordig niet meer zonder de auto. Veel gezinnen hebben tegenwoordig al twee auto’s. Ook voor onze economie is het toch maar goed dat de auto er is anders zouden we met ons transport zitten. Want ‘zonder transport staat alles stil’. Er zijn veel mensen die het ook fijn vinden om auto te rijden. Bij chauffeurs is het hun beroep om auto te rijden. En sommige mensen is het hun sport. Als de uitvinding van de auto er niet geweest was. Zou er een hele andere wereld zou zijn. 1.Geschiedenis Vroeger zag men een auto als een niet door dieren voortgetrokken voertuig. Het begon allemaal in 1830 v.C., toen farao Amenemhet III op het idee kwam zeilwagens te bouwen. Na een tijdje bouwden ze die ook in China. Koning Philippus ontwierp in de 4de eeuw v.C. de trapgevechtswagens voortgedreven met pedalen. Eenpersoons trapauto’s kon je in 360 v.C. krijgen in Syracuse. Ze dachten ook aan staatsiekarossen met trappende en draaiende menselijke motoren van Dürer maar die kwamen niet verder dan gravures. Gielis de Boom uit Antwerpen construeerde in 1589 een voertuig dat doormiddel van vijzen voortbewoog, ze vermoeden dat die vijzen door mensenkracht schroefraderen in beweging brachten die op de wielen aangreep. Missionaris Verbiest uit Kortrijk bouwde in 1665 een stoomwagen, waarbij een stoomstraal tegen de borden van een rad gericht was om de wielen in beweging te brengen. De oudst bekende stoommobiel waarvan vaststaat dat hij kort rond reed, werd gebouwd door de Franse artillerieofficier Nicolas Joseph Cugnot. ( Een kopie ervan bevindt zich in een museum in Parijs.) In 1885 construeerde Karl Benz de eerste, enigermate bruikbare auto, dit was een driewieler aangedreven door een één – cilinder viertakt benzinemotor die een snelheid kon bereiken van 13 km per uur. In 1883 bouwde Gottlieb Daimler zijn eerste benzinemotor waarmee hij in 1885 een motorfiets, in 1887 een experimenteel motorrijtuig en in 1891 reeds de eerste vrachtwagen, met luchtbanden uitgevonden door een Schotse dierenarts J.B. Dunlop, vervaardigde. 2.Type indeling Als eerste deelt men een wagen volgens het chassis en de carrosserie. Het chassis of onderstel is de onderkant van de auto waaraan de assen van de wielen, de motor, de accu,…, bevestigd zijn. Dit geheel, afgewerkt met het koetswerk of carrosserie die het voertuig, krijgt dan de gewenste vorm of model. In 1934 zag André Citroën in dat het afzonderlijk chassis niet zinvol was omdat de carrosserie zodanig gebouwd was dat ze zonder schade haar eigen gewicht kon dragen, daarmee ontstond de eerste zelfdragend carrosserie. Nu en dan worden voor - en achterdelen van het chassis nog gebruikt voor de geluidsisolatie en een goede bestuurbaarheid van het voertuig te verkrijgen. Een auto deelt men ook in volgens de plaats van motor en aandrijfwielen. Bij vierwielige voertuigen zitten de aandrijfwielen vooraan, achteraan of worden ze alle vier aangedreven. De plaats van de motor in de wagenromp speelt een belangrijke rol omdat dat de motor, de versnellingsbak,…, een belangrijke rol spelen in de gewichtsverdeling tussen voor - en achteras. Bij auto’s in de kleinere klassen wordt de maximale binnenruimte benut door de motor tot één blok samen te bouwen. Bij die bouwwijze kiest men meestal voor voorwiel aandrijving, de cilinders zijn achter elkaar in rijrichting, maar meestal met het cilinderblok dwars, gebouwd. In de jaren zeventig is bij een aantal wagentypes de versnellingsbak niet voorin met de motor samengebouwd, maar juist met de achterzijde samengevoegd. Als laatste is de auto ook ingedeeld volgens de belastingsheffing erop. In sommige landen wordt er betaald op het gewicht van de auto dus men voert daar gewichtsklassen in. 3.Prestaties De prestaties van een voertuig hangen af van de zwaarte, daarmee bedoel ik het vermogen, van de motor. De krachtbron, die de wielen aandrijft, moet een netto trekkracht uitoefenen dat gelijk is aan de totale weerstand die op de auto, tijdens de verplaatsing, werkt. De vorige zin in formule vorm: Fw=Fr+Fl+Fh , waarbij Fr is de rolweerstand, Fl de luchtweerstand en Fh de hellingweerstand is. De rolweerstand beschouwt men tot een snelheid van 120 à 150 km per uur. De snelheid en verbruik van de wagen zijn afhank